Als de ouders van Kevin sterven in een ongeval, wordt hij achtereenvolgens bij verschillende familieleden geplaatst. Maar telkens loopt het mis en moet hij verhuizen. Tot hij bij zijn oom Ned terechtkomt. Die is bezig met een experiment: de 'levensstraal'. Daarmee wekt hij doden weer tot leven. Als Kevin hem mag helpen, gaat het echter mis. Kevin richt de straal voor een lange tijd op het kerkhof tegenover het huis. Terwijl de opgewekte doden het kerkhof verlaten, slaan oom Ned en Kevin op de vlucht. En zo begint een 'on the road'-avontuur waarin ze belanden bij de meest onmogelijke rare (griezel)wezens. Dit boek verscheen reeds in 2000 bij Facet, en werd nu door Clavis in een nieuw, hedendaags jasje gestoken. Waarom de uitgever ervoor koos om dit boek opnieuw uit te geven, is mij een raadsel. Want het verhaal mist alle kenmerken van een degelijk griezelverhaal. Lubar creëert vele situaties en ontmoetingen na elkaar, waarin je duidelijk de (griezel)klassiekers herkent. Maar de spanning is zoek door de veelheid aan situaties die hij niet voldoende uitwerkt. De hoofdpersonages relativeren elke gebeurtenis kapot, waardoor de nodige sfeer voor dit soort verhalen niet kan worden opgebouwd. Hij probeert dit op te vangen door humor, die echter flauw is en weinig inspirerend. Kortom, een oppervlakkig en sfeerloos verhaal met vele goede ingrediënten, maar te weinig uitdieping en nul geloofwaardigheid.