Het supergeheime dagboek van Big

Big is uiteraard een varken. Hij is een erg gelukkig varken op een leuke boerderij. Zijn beste vriend is Eend. De enige dieren waar hij niet zo goed mee overweg kan zijn de kippen, die vindt hij maar vervelend. Veel last heeft hij daar niet van. Het belangrijkste is dat hij samen met Eend in de modder kan rollen en dat hij veel en lekker eten krijgt. Daar zorgt de boer wel voor. Elke dag voedert hij Big uitvoerig. Hij kriebelt Big dan ook altijd op zijn buik en noemt hem ‘mijn gebraden varkentje’. Big dacht tot nu toe dat dit een heel lief koosnaampje was, maar Eend brengt hem aan het verstand dat de boer hem aan het vetmesten is en dat hij binnenkort, als hij rond en dik is, geslacht zal worden en opgegeten. Voor Big is dit een hele schok. Als hij hiervan wat bekomen is, maakt hij plannen om te vluchten. Eend steunt hem hierin. Al gauw ontdekken ze dat die vervelende kippen net een ruimteraket gebouwd hebben waarmee ze naar Pluto willen gaan. Wat nog beter is: de kippen hebben Big nodig om de raket te besturen ...
Wat de cover belooft  - "het grappigste boek van het jaar" - is nogal hoog gegrepen. Als volwassen lezer vind je het verhaal al snel veel te oppervlakkig en heb je last met de taal van Big, het ‘Bigs’. De spelling is grondig mis en de woorden zijn stuntelig en op peuterniveau. Dat maakt het moeilijk om (voor) te lezen en als volwassenen heb je al vlug de neiging om het te verbeteren. Kinderen hebben hier merkbaar minder moeite mee en vinden dit vooral erg grappig. Zij vinden het verhaal en de belevenissen van Big ook lachwekkend.
Het verhaal mist wat structuur en stevigheid, ook diepgang is er niet echt in te vinden. De teksten worden afgewisseld met talrijke, cartoonachtige illustraties.
Voor de liefhebbers van zeer luchtige verhalen in dagboekvorm.