Het boek bevat een verzameling verhaaltjes, liedjes, en gedichtjes, allemaal in het teken van de herfst. Sommige teksten zijn in rijmvorm, anderen gewoon verteld. Het doet kinderen beseffen dat elk seizoen zijn eigen leuke facetten heeft. Zo wordt er verteld over de vallende blaadjes, de paddenstoelen, eikels en kastanjes, ook over vogels die naar verre landen vliegen. De vertrouwde figuurtjes zijn ook van de partij. Daan en Doortje laten hun parapluutje testen door papa en de tuinslang. Knorrepotje overweegt of hij een winterslaap gaat doen of niet. Maar zo ja, mist hij alle leuke dingen die zijn vriendjes beleven. Egel ruimt graag blaadjes maar de bomen plagen hem door er steeds opnieuw te laten vallen. De blote koning is ook van de partij. Hij wil wel eens in zijn blootje buiten lopen maar zijn vrouw vindt dit veel te fris. De koning heeft er iets op gevonden, hij neemt een kacheltje mee. Maar er even op gaan zitten had hij beter niet gedaan want nu brandde hij zijn billen en kan hij een hele week niet zitten. Zo volgen 44 verhaaltjes elkaar op. De herfst zal zeker niet onopgemerkt voorbijgaan. De illustraties van Dagmar stam zijn bij iedereen bekend en geven aan het boek een vrolijke noot.