Het zit in de familie

Finbar, 15 jaar oud, gaat een keer per maand op bezoek bij zijn vader die bij opa en overgrootvader woont. Finbar voelt zicht niet echt verbonden met deze drie mensen. Op één van die zaterdagen wordt het huis overvallen door een gemaskerd meisje, dat hen alle vier gevangen houdt. Ze heeft het warenhuis overvallen waar ze werd ontslagen. Maar pa en opa, die doorwinterde misdadigers zijn, zijn nu zelf uit op haar geld. Ze onderhandelen met het meisje: in ruil voor een deel van het geld mag het meisje bij hen onderduiken voor de politie. Zij krijgt als borg voor de geheimhouding tegen de politie Finbar mee naar de geheime schuilplaats in de schoorsteen op zolder. Maar éénmaal Finbar samen het haar opgesloten zit in de schuilplaats en de politie eraan komt, overmeestert hij haar en pikt hij een deel van het geld in. Hij verraadt hun schuilplaats door luid te roepen. Finbar is de enige die profijt heeft van het gestolen geld en spijt heeft hij niet. Het verhaal is echt goed geschreven. Met een beperkt aantal personages en één enkele gebeurtenis, wordt er toch een spannend, emotioneel aangrijpend verhaal gebracht. De jongen Finbar vertelt wat hem in die paar uur overkomen is en het is net of hij je rechtstreeks toespreekt. Recht voor de raap, direct, in korte staccato zinnen en veel dialogen, sleurt hij je de gebeurtenissen in. Een zeer leesbaar misdaadverhaal voor tieners die van spanning houden.