Ik leer je liedjes van verlangen, en aan je apenstaartje hangen

Bette Westera schreef 47 'verdichte' dierenverhalen. Korte, krachtige en prozaïsche rijmende teksten die stevig ondersteund worden door prachtige illustraties van Sylvia Weve doen je telkens weer teruggrijpen naar deze mooie uitgave. De dieren komen alfabetisch aan bod. Als lezer kan je echt genieten van de menselijke kanten van de personages en de herkenbaarheid van de situaties. Heel leuk zijn de woordspelingen van Westera: Koe 402 haalt oude koeien uit de sloot, bij de mollen is het motto ‘hoop doet leven’, de das trouwt met de dagpauwoog en samen krijgen ze vlinderdasjes, de vink die niet kan zingen maar wel goed kan luisteren en dus een luistervink is, de Vlaamse Gaai die uit Gent komt, enz. Als volwassene geniet je hier dus ook probleemloos van. De gelaagdheid van de verhalen is subliem. De taalgrapjes zullen aan jonge kinderen grotendeels voorbij gaan, maar dat is zeker geen minpunt. Het vergroot het voorleesplezier en schept een zeer fijne sfeer. Hier en daar stokt het rijm wat en dat werkt wel storend. Soms wordt een woord dat midden in een zin staat, als rijmwoord gebruikt, dat komt het ritme niet ten goede. Inhoudelijk zitten de verhalen goed in elkaar en dat compenseert het haperende rijm voldoende. De combinatie van de originele verhalen en de mooie illustraties maakt van dit boek een echt hebbeding. Elk verhaal beslaat een dubbele pagina en wordt aangevuld met een grote prent. Vooraan in het boek vind je een inhoudsopgave. Het boek is bijzonder mooi uitgegeven in een groot formaat met stevige kaft en leeslint.