Indringers op Drakeneiland

'Indringers op Drakeneiland' is het zesde boek in de reeks over een jongerenstrafkamp op een afgelegen eiland waar enkel kinderen zijn. In elk verhaal speelt een ander personage de hoofdrol en dat blijft een geslaagde formule. Ditmaal volgen we het gebeuren vanuit de ogen van Jeroen, de ‘Koddebeier’ of ordehandhaver. Hij krijgt het erg moeilijk wanneer er in de verboden Roversbaai een poenig zeiljacht voor anker gaat. De acht jongeren aan boord, met hun op Drakeneiland verboden dure spullen, palmen al snel het eiland in. Niemand is blij met hun storende gedrag, maar het is allesbehalve eenvoudig hen weer weg te krijgen. En omwille van de Wetten is het Jeroen tot zijn spijt niet toegestaan grof geweld te gebruiken. Gelukkig staat hij er niet helemaal alleen voor en wanneer hij samen met zijn vrienden een piratenschat ontdekt die bestaat uit pistolen en munitie, is het hek helemaal van de dam.
Opnieuw wordt de goed werkende samenleving verstoord door buitenstaanders. Jeroen neemt zijn werk erg serieus, maar af en toe steekt zijn gewelddadig verleden de kop op en zou hij liefst met zijn vuisten op ‘die stinkers’ slaan. Zijn karakter wordt goed geschetst. Hij is eerder een eenzaat die een vrij negatief beeld heeft van de anderen om hem heen en altijd eerst het slechtste denkt.
De hoofdstukken zijn kort en hebben elk een titel. Zwart-wit pentekeningen illustreren de tekst. Net zoals in de vorige boeken is het verhaal vlot leesbaar, origineel, avontuurlijk en er zit vaart in.