Jij alleen ... alleen jij

De vakantieplannen van Stefan en Natascha worden flink in de war gestuurd wanneer Stefan plots naar Bretagne moet vertrekken om te gaan logeren bij z’n oma waar de laatste week al verschillende keren is ingebroken. Misschien is dit voor hem de enige en/of laatste kans om meer te weten te komen over het mysterieuze verleden van zijn overleden opa waarmee hij een sterke band had. Natascha blijft in Nederland met een hart vol vragen. De onrust in haar lichaam is de laatste tijd alleen maar toegenomen. Ze wil Stefan beminnen maar ze weet van zichzelf niet hoever ze wil gaan. Gelukkig zijn er de lange liefdesbrieven waarin respect en verlangen mekaar afwisselen. Terwijl de liefde steeds eenvoudiger lijkt te worden, wordt het web dat Stefan in Bretagne ontdekt alsmaar ingewikkelder. Wanneer hij brieven ontdekt die z’n grootvader aan hem schreef, begint hij te graven in een verleden dat niet het zijne is. Met een grote drang naar waarheid ontdekt hij beetje bij beetje het geheim dat opa voor hem verborgen had willen houden. Met de hulp van Natascha vallen de puzzelstukjes van het mysterie in elkaar. Ook hun liefde krijgt een diepere dimensie die, vanaf dan, voor beiden als vanzelfsprekend aanvoelt. Dit boek is het derde deel uit een serie over een aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs. Ze kunnen afzonderlijk van elkaar gelezen worden. (Andere titels zijn: ‘Ik heb jou toch’ en ‘Stelletje ongeregeld’). Vaart en spanning, reeds van in het begin aanwezig, worden subtiel opgebouwd en voeden gestaag de leeshonger. Het verhaal zelf heeft een originele invalshoek zonder dat het gebruik maakt van spectaculaire wendingen. Het komt erg realistisch over. Dit geldt ook voor de zeer natuurgetrouwe geografische gegevens. De auteur laat in elk hoofdstuk een ander personage aan het woord, zo lopen heden en verleden soms in elkaar over. Dit kan voor verwarring zorgen bij de jonge lezers. De personages zelf zijn realistisch en goed uitgewerkt. Los van het mysterieuze plot, worden emoties zonder terughoudendheid besproken. Misschien is dit wel de grootste verdienste van dit boek. Bezemer speelt met lettertypes, computertaal, krantenknipsels waardoor het geheel luchtig blijft. Wanneer hij op het einde goochelt met de tijd, we schrijven 2021, krijgt het verhaal eeneinde bovenop het einde. Leuk om over na te praten. Weinig vermeldenswaardig is de omslagfoto van het boek. Je krijgt de indruk dat achter de melige foto en opzichtig gedrukte titel een heuse stationsroman schuil gaat. Een smakeloze verpakking voor een verhaal dat beter verdiende!