Jules is een gevestigde waarde en hoeft al lang niet meer voorgesteld te worden. Annemie Berebrouckx laat het ventje nog steeds herkenbare avonturen beleven. In dit boekje gaat Jules kamperen en maakt er een nieuwe vriend. We volgen het gezin van Jules vanaf het maken van de koffers. Natuurlijk moet Jules keuzes maken. Wat kan mee en wat blijft er thuis? De huisdieren zullen de goede zorgen van de buren krijgen en tijdens de autorit stelt Jules veel vragen. Tijdens het opzetten van de tent maakt Jules kennis met Amir, een Franstalige jongen. Zoals dat met kinderen gaat, speelt het verschil in taal geen grote rol en trekken ze de kaart van samenspelen. “Jules en Amir hebben geen woorden nodig om elkaar te begrijpen”, schrijft Berebrouckx. Kanoën, zwemmen, ijsjes eten, schommelen … de nieuwe vrienden krijgen er geen genoeg van. Helaas komt aan alle mooie liedjes een eind en breekt het moment van afscheid nemen aan. Ze ruilen nog een speelgoedje en dan vertrekken ze elk naar huis. Eens terug thuis wil Jules leren basketten zoals zijn vakantievriend en, hé, is dat Amir die daar wandelt?

Hoe herkenbaar kan een verhaaltje zijn, al is het wel een enorm toeval dat Jules in dezelfde sportclub als Amir terechtkomt. Helemaal zeker is dat natuurlijk niet. In de tekst wordt het niet gezegd, maar de illustratie spreekt boekdelen.

Berebrouckx schrijft als geen ander eenvoudige verhaaltjes die zowel in tekst als in illustraties verteld worden. De tekst is eenvoudig en makkelijk voor te lezen. Wanneer er geen voorlezer in de buurt is, kan de kleuter zelf “lezen” door de illustraties te volgen. De kaart van diversiteit wordt getrokken zonder het te benoemen. Ook dat is mooi meegenomen.

Indien gewenst kan je dit prentenboek combineren met het uitklapboek Jules gaan op reis.