Een kleurijk prentenboek dat vertelt over de belevenissen van een kleine jongen, Karel, in de herfst. De prenten tonen alleen het essentiële, zonder overbodige details, zodat jonge kinderen ze moeiteloos kunnen 'lezen'. Per dubbele pagina wordt er gefocust op één situatie die typisch is voor de herfst. De situaties volgen elkaar logisch op: 1. Karel kleedt zich warm aan om naar buiten te gaan 2. De boom wordt kaal 3. Karel harkt met papa bladeren bij elkaar 4. Karel ziet een slak 5. Karel ziet een egel 6. Karel drinkt warme chocomelk en eet cake met nootjes 7. Karel wil weer naar buiten en trekt regenkledij aan 8. Samen met mama stapt hij naar het bos 9. Karel raapt kastanjes en ziet paddestoelen 10. Karel ziet een eekhoorn 11. Het begint te regenen 12. Thuis tekent Karel over het bos. De situaties zijn herkenbaar voor peuters omdat ze zo realistisch zijn. De tekst voegt niet echt veel toe.