Karel is bij zijn opa, die als verrassing de tent heeft opgezet in zijn tuin. Kareltje en zijn opa spelen indiaantje en gaan appels plukken. Daarna helpt Kareltje opa in de groentetuin. Oma heeft spaghetti gekookt en na het eten dansen opa en Kareltje wild in het rond. Dan nestelt Kareltje zich gezellig naast opa in de zetel … Dit boekje maakt deel uit van een reeks peuterboekjes rond de jongen Karel, waarbij telkens een ander thema wordt uitgewerkt. In dit boekje staat een dagje bij opa centraal. Opa heeft blijkbaar heel de dag tijd om met Kareltje bezig te zijn en daar genieten ze allebei merkbaar van. De belevenissen worden chronologisch en in de ik-vorm verteld. De stukjes tekst staan op de linkerzijde, telkens op een gekleurde achtergrond die met zwart omlijnd werd en die contrasteert met de achtergrond van de illustraties op de rechterpagina. De tekst vertelt wat er op de tekeningen is te zien (en omgekeerd): Kareltje als indiaan, in de groentetuin, al dansend met opa, … Een herkenbaar en erg toegankelijk verhaal voor peuters en kleuters die zelf een opa hebben en bovendien eentje die zoveel tijd met zijn kleinkind kan doorbrengen. Het is een klassiek opgebouwd verhaal dat het rollenpatroon bevestigt. De tekeningen zijn herkenbare schilderijtjes in basiskleuren. Suggestief, doordat niet alles wordt afgebeeld; zo kan de peuter het beeld zelf verder invullen. De tekeningen zijn uitgewerkt vanuit het oogpunt van het kind. Alleen heeft Kareltje (net als zijn vrouwelijke tegenhanger Kaatje) wel een erg vreemde neus, een beetje zoals een knuffelbeer/Nijntje. Een mooi en verzorgd boek met aandacht voor de doelgroep: afgeronde hoeken en stevig papier.