Kind van de rivier

Een meisje, waarvan de naam niet vermeld wordt in het boek, is geboren op de rivier. De rivier is haar thuis. Haar vader heeft ze nooit gekend en haar moeder is er ook niet meer. Ze moet het helemaal alleen zien te redden. Het meisje mist haar moeder nog elke dag, maar het lukt haar best om alleen gelukkig te zijn. De rivier brengt haar overal. De ene keer naar links, de andere keer naar rechts. Ze ziet wel wat het leven brengt. De ene dag kabbelt het water zoals een beekje, de andere dag is de rivier net een bulderende stroom. Ondertussen zorgt ze voor zichzelf, helemaal alleen. Maar dat vindt ze niet erg. Ze trotseert regenbuien, storm, onweer. Mensen vinden het vreemd dat het meisje nooit bang is. Ze beantwoordt hun vragen met een anderen vraag. ("Ben je nooit bang, zo helemaal allen? ... Zijn jullie dat soms zelf? "). Ze houdt van de natuur: dieren, planten, bergen, wolken, regenbogen, sterren die als duizenden lichtjes knipogen aan de hemel. Als lezer volg je de stroom van haar leven. Ze ontmoet een jongen, die later opnieuw verdwijnt uit haar leven. Dat gaat niet gepaard met verdriet. Het leven loopt gewoon verder. 

Het verhaal prikkelt je fantasie. Het brengt rust in je hoofd. Je weet als lezer niet echt wat er allemaal gebeurt of hoe het verhaal eindigt. Maar dat maakt dit boek juist bijzonder. Het is een heel poëtisch en mysterieus prentenboek. Het zal niet enkel jonge lezers boeien. Het is ook bestemd voor oudere kinderen en leent zich perfect om voor te lezen. Het feit dat het meisje geen naam heeft maakt het nog poëtischer. De vele beschrijvingen en prachtige illustraties nemen je mee in een bijzondere sfeer. Het meisje ontdekt de wereld en samen met haar bewonder je als lezer de vele troeven van de natuur.