Kleine Beer wordt door Big uitgenodigd om te komen logeren. Snel verzamelt hij in zijn kamertje alles wat hij nodig heeft om een nachtje bij Big te gaan slapen: zijn bal, de fiets, een paar blokken, een boek en twee kleurpotloden. Als mama Beer ziet wat Kleine Beer allemaal wil meenemen, dan zegt ze dat hij dat toch niet nodig heeft om te gaan logeren. Ze helpt hem met inpakken. Kleine Beer heeft een pyjama nodig en een tandenborstel en tandpasta, zeep en een handdoek en een kam. Uiteraard moet zijn knuffel ook mee. Een eenvoudig en herkenbaar verhaal over uit logeren gaan, voor peuters van ongeveer twee en half jaar oud. Het ritme van het verhaal is erg traag door de letterlijke herhalingen in de tekst. Dit spreekt de doelgroep allicht aan, omdat peuters zo snel het gevoel krijgen dat ze écht meelezen. De illustraties zijn ietwat kinderlijk en bestaan uit lijntjes en eenvoudige vormen, maar ze zijn wel duidelijk, in levendige kleuren ingekleurd en ook hier is er veel herhaling. De prenten staan in een fijn omlijnd kader, met daaronder een tweetal lijntjes tekst. Het verhaal stopt nogal bruusk met de knuffel die ook mee moet. Op het einde verwacht je toch minstens een verwijzing naar het kant-en-klare koffertje. Op de voorpagina staat Kleine Beer met zijn koffertje in de hand; dit zou tevens de laatste bladzijde kunnen zijn. Mama en Kleine Beer vertrekken niet en Big komt er al helemaal niet aan te pas. In elk geval ontbreekt er iets! Er verschenen al een heleboel boekjes over kleine Beer en zijn vriendjes. Ze hebben een aangenaam formaat, met afgeronde hoeken en stevige bladzijden, geschikt voor kleine kinderhandjes.