Lang leve familie!

Van de ene dag op de andere wordt het gezinsleven van Petra overhoop gehaald als Wouter bij hen komt wonen. Tot dan toe kreeg Petra als enig kind alle aandacht en ze is nog maar net bekomen van een zware periode waarin haar moeder ernstig ziek werd. Bovendien is er de grote overstap naar de middelbare school die haar erg bezig houdt. En dan is er ook nog het gedrag van haar bemoeizieke tante en een vader die soms vreemde dingen doet. Op haar eigen manier probeert Petra al deze veranderingen een plaats te geven en schrijft ze haar gevoelens van zich af in haar dagboek. Als blijkt dat de moeder van Wouter dezelfde ziekte heeft als haar moeder en ook hij er alleen voor staat, besluit Petra om het op te nemen voor haar nieuwe plusbroer. Als de moeder van Wouter komt te overlijden neemt zijn nieuwe gezin het heft in handen en doet er alles voor om Wouter bij hen te houden.
In dagboekvorm geschreven brengt ‘Lang leve familie!’ het verhaal van een jonge puber die worstelt met zichzelf en de wereld rondom. De schrijfstijl én woordgebruik zijn eigen aan de deze leeftijdscategorie en komen eerder direct en soms bruut over. Het boek is duidelijk gericht op Nederlandse lezers waardoor het hele middelbareschoolgebeuren niet meteen herkenbaar is voor de Vlaamse puber. 
In het boek wordt de vader van het hoofdpersonage Wouter kort in beeld gebracht op een manier die mij als medewerker in de geestelijke gezondheidszorg erg tegen de borst stootte. Vader wordt immers beschreven als een chronische, psychiatrische patiënt die ontsnapt uit een psychiatrische instelling en die aan elk clichébeeld van een psychiatrische stoornis voldoet. Nadat hij alles kort en klein heeft geslagen in het huis wordt hij 'gelukkig' snel door de politie afgevoerd. Hij deed dit enkel en alleen omdat hij de zorg voor zijn zoon wilde opnemen, maar deze wens werd meteen van tafel geveegd. Qua beeldvorming over een man met ernstige psychische problemen kan dat tellen. Hier werd ik echt niet gelukkig van ...