Lang leve saai!

Petra, een meisje van twaalf jaar, begint op aanraden van haar moeder een dagboek. Als lezer leef je zo van dag tot dag met haar mee. In het begin vindt Petra haar leven maar saai en weet ze niet goed wat ze moet schrijven. Tot haar moeder ziek wordt en alles verandert. Haar altijd werkende vader beslist om verlof te nemen en zo goed als hij kan de zorg voor Petra en zijn vrouw op zich te nemen. Er komt een nieuw meisje in Petra's klas met wie ze het goed kan vinden. Bovendien heeft dat meisje een broer en Petra wordt halsoverkop verliefd op hem. Er is ook nog de tante die komt inwonen en die het volledige huishouden wil overnemen. Kortom, dit is een boek dat volledig inpikt op datgene wat jonge meisjes bezighoudt: de relatie met hun ouders en het gevoel dat die hen niet begrijpen, vriendinnen en shoppen, de eerste verliefdheid, de onzekerheid bij ziekte van één van de ouders, de moeite die ze hebben om hun gevoelens te verwoorden, hoe ze opkijken naar oudere, coole meisjes... Het is een heel toegankelijk boek, dankzij het eenvoudige taalgebruik, de humor die altijd aanwezig is en de herkenbare situaties. Ook de opdeling in dagboekfragmenten zorgt ervoor dat je nooit lange stukken tekst moet verwerken. Toch heb je het gevoel dat er soms te veel gebeurtenissen in het verhaal worden verwerkt zodat alles erg oppervlakkig wordt benaderd. Een gevoel van déjà vu ook: een dagboek van een pubermeisje is niet echt origineel; je mist iets nieuws, iets spannends om echt geboeid te kunnen zijn.