Een tweede boek over de twee zusjes Lotte en Roos, boordevol korte verhalen van maximaal drie bladzijden. Net zoals in het eerste boek zijn alle verhaaltjes doorweven met humor en is het een plezier om te lezen of om voor te lezen (want daar leent het boek zich goed toe). Lotte en Roos beleven toffe en minder toffe dingen, maar altijd met een positief einde. Altijd hebben ze iets geleerd. De humor is voortdurend aanwezig maar toch in mindere mate dan in het eerste boek. Je moet nog steeds glimlachen tijdens het lezen, maar het is minder verrassend. Toch blijft het boek zeker de moeite waard, en blijft het zeer aantrekkelijk om te lezen dankzij de mooie grote tekening bij elk verhaal en de kleinere illustraties die het boek opvrolijken. Opa, de twee buurjongens en de hond Loebas blijven ook in dit boek een belangrijke rol spelen.