Helen Vreeswijk is in het dagelijkse leven rechercheur bij de politie. Uit haar werk put ze inspiratie voor haar jeugdboeken. ‘Loverboys’ is op het waargebeurde feiten gebaseerde verhaal van twee doodgewone Nederlandse meisjes - hartsvriendinnen - die verliefd worden op dezelfde, mysterieuze jongen: Mo. Wat ze echter niet weten, is dat Mo een loverboy is, die doelbewust op zoek gaat naar jonge meisjes die zich niet goed in hun vel voelen en niet al te stevig in hun schoenen staan. (Lisa’s ouders zijn gescheiden; Lisa verwijt het haar moeder dat ze het niet erg breed hebben. Kelly’s ouders zijn druk bezig met hun carrière en hebben nauwelijks oog voor hun dochter). Mo overlaadt beide meisjes met cadeau’s en probeert het hun zoveel mogelijk naar de zin te maken. Lisa en Kelly trappen in de val: ze willen alles doen om hem niet teleur te stellen en hem zeker niet verliezen. Handig speelt Mo beide meisjes tegen elkaar uit. Leugens en bedrog volgen elkaar op. Maar Kelly en Lisa zijn blind: om te bewijzen dat ze van hem houden doen ze alles, maar dan ook alles. Uiteindelijk belanden ze, zonder het van elkaar te weten, allebei in het Antwerpse prostitutiemilieu. Na een harde strijd en met hulp van binnenuit, slagen ze er uiteindelijk in te ontsnappen aan zijn terreur. Jammer genoeg is dit niet enkel het scenario van een thriller, maar gebeuren dit soort dingen ook echt. Mo is een ‘loverboy’, een crimineel. Dit is dus niet enkel een spannend, goed geschreven boek dat gemakkelijk wegleest en waarin jongeren zich goed in kunnen herkennen, maar ook een boek met een boodschap. Helen Vreeswijk beschreef haar ervaringen als rechercheur bij de politie neer in een roman: de harde realiteit in een spannend verhaal om zoveel mogelijk jongeren te wijzen op een van de meest perfide vormen van jeugdcriminaliteit. Dit keer een geslaagde combinatie.