Mag ik ook mee?

Teddie wil gaan vissen en zijn kleine broer, Broertje Beer, wil met hem mee. Aanvankelijk heeft Teddie geen zin om op kleinere broer te passen en probeert hij zo snel en ze serieus mogelijk te handelen. Maar Broertje Beer is niet de handigste en zorgt voor heel wat oponthoud en de nodige aandacht. Uiteindelijk is het juist door zijn onhandigheid en zijn enthousiasme dat hij een succesvol visser wordt. Grote broer is trots op zijn kleinere broer en samen beslissen ze om de vis terug in het water te laten.

Een situatie waarin je van plan bent om alleen op pad te gaan en dan onverwacht en ongewenst gezelschap krijgt, heeft iedereen wel eens meegemaakt. Je voelt dus de ergernis van Teddie die opgescheept zit met zijn kleine broer. Maar anderzijds werkt het enthousiasme en de naïviteit van Broertje Beer ook zo aanstekelijk: je zou hem zó knuffelen en met hem op pad gaan. Broertje Beer zorgt dan ook zonder het te willen voor heel wat hilariteit en humor, maar grote broer is dan weer zo genereus om "het spijt me, Broertje Beer" te kunnen zeggen en hem te vragen of hij de volgende keer met hem mee mag gaan vissen. 

De taal is eenvoudig, beperkt, maar zeer goed gekozen om de hele situatie levendig te beschrijven. Zowel in de taal als in de tekeningen zit de mooiheid van dit boek verborgen in de details. Zo is er een krab die op elke bladzijde de boel in het oog houdt, komt de verloren roeispaan regelmatig terug in beeld, en het woordje 'oeps' kondigt nooit veel goeds aan. Je moet regelmatig glimlachen omwille van het grappige van de situatie of door de tederheid van Broertje Beer. De illustraties zijn opgebouwd uit grote vlakken en rudimentaire figuren die het geheel een heel eigen aanblik geven, maar toch zeer expressief zijn uitgewerkt.  De kleuren zijn niet alledaags, maar knap gekozen om de sfeer van de natuur weer te geven. 

Nog even vermelden dat het boek prachtig is uitgegeven, tot en met de schutbladeren toe en dat het formaat van het boek heel uitnodigend is om vast te nemen.