Een boekje dat over brood en boterhammen gaat. Matser en zijn opa zijn beiden dol op brood, maar smaken verschillen nogal eens. De verhalen over de twee personages worden afgewisseld met weetjes over brood en recepten om boterhammen te beleggen of te versieren. Kinderen kunnen de recepten gemakkelijk zelf maken en achter in het boek is ruimte om eigen recepten te noteren. De gebruikte woordenschat richt zich duidelijk tot de Noord-Nederlandse lezer, gezien sommige vormen van brood, gebruikt in de recepten, in Vlaanderen niet of minder bekend zijn. Verder is het verhaal nogal beschrijvend en saai omdat er niets gebeurt. Matser en Opa bakken samen brood, gaan voetballen en vliegeren. De overgang tussen verhaal en recept is vaak niet duidelijk. Veel kinderen vinden boterhammen lekkerder dan een warme maaltijd of misschien willen ze juist geen brood eten en dit boek claimt in beide gevallen een uitkomst te bieden. Helaas ontbreekt het de kinderen tegenwoordig vaak aan voedzame maaltijden en gaat hun keuze uit naar ‘fast food’. Spelen met voedsel werkt dit nog meer in de hand. Vandaar dat deze ‘promotie’ van de boterham me niet echt nuttig lijkt. De opa in dit boek zet dan ook nog eens weinig voedzaam eten op tafel. De boterhamvorm van het boek is bij deze tweede druk verloren gegaan.