Max en de maan

Guido van Genechten heeft de peuterwereld al heel wat toffe uitgaven bezorgd, denken we maar aan 'Het grote billenboek' en 'Kleine kangoeroe', vorig jaar in Nederland nog uitgeroepen tot beste prentenboek van het jaar. Je kan voor of tegen Van Genechten zijn: zijn stijl wordt niet door iedereen gewaardeerd. Sommigen vinden zijn vaak schijnbaar onafgewerkte tekeningen niet om aan te zien, anderen vallen dan weer juist voor dat lekker naïeve. Eén ding staat vast: hij weet als geen ander de thema’s uit het peuterleven weer te geven. Dat maakt zijn prentenboeken vaak zo aantrekkelijk. De Max-reeks valt volgens mij te klasseren onder de minder geslaagde exploten van ’s mans teken- en schrijftalent. Eerst en vooral kan je je al afvragen wat Max juist is: een beer, een hond? In ieder geval wordt Max zoals ieder levend wezen geconfronteerd met het telkens weerkerende verschijnsel van dag en nacht. Uiteraard is Max een flinke jongen die braaf en welgezind naar bed gaat, in de blijde wetenschap dat de maan over hem zal waken. Nogal moeilijk om aan je peuter dan duidelijk te maken dat het hemellichaam in kwestie niet elke nacht te zien is. Ook het feit dat er elke ochtend een stralend zonnetje te zien zou zijn, lijkt me nogal optimistisch. Het moet voor peuters misschien allemaal wel duidelijk en simpel voorgesteld worden, maar je moet hen ook geen zaken voorschotelen die niet kloppen. Pluspuntje: het knuffeldiertje van Max, dat zich ’s morgens ook vrolijk uitrekt na een welverdiende nachtrust. Maar dat zal wel zijn omdat ik een zwak voor olifantjes heb … Is dit een slecht prentenboek? Niet echt, maar het is jammer dat het zo ongelooflijk ongeïnspireerd en weinig origineel is. Gemiste kans. Van deze auteur/illustrator verwacht ik meer.