Max en Ribbeltje

Max woont bij Dieu ergens op één van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw in Brussel. Ze heeft een parachute waarmee ze naar beneden kan vliegen, maar landen? Ho! dat is andere koek. Ze blijft  proberen om mooi te landen met haar parachute en op haar weg naar beneden komt ze de meest ongewone gasten tegen waarmee ze vriendschap sluit.

In vijf hoofdstukjes leer je een speels en gek meisje kennen die per toeval bij iemand terecht gekomen is die haar vader niet is maar wel goed voor haar zorgt. Ze vormen een ongewoon stel: in hun huis groeit een boom en elke dag bonkt de oude buurvrouw wel eens op de muur om wat stiller te zijn. Maar dat stoort hun niet want ze blijven vriendelijk en beleefd. Op haar tocht naar beneden redt Max achtereenvolgens:

- een regenworm uit de klauwen van een kraai
- een kakkerlak die dreigt vergiftigd te worden 
- een vis die verdreven is uit een vijver omdat hij stinkende scheetjes laat; en
- een vliegend hert 

Allemaal zijn het bedreigde, onooglijke diertjes die weinig van betekenis zijn en zich afvragen waarom de mensensoort hen uit de weg wil. Tot Max ze opneemt en samen met Dieu voor hen zorgt in hun kleine appartementje. Door al die voorvalletjes zoekt Max uit waarom ook zij niet gewild was. Ze weet zelfs niet hoe ze bij Dieu terechtgekomen is.

De illustraties in het boek zijn heel dynamisch en zitten vol kleur. De diertjes zijn heel levensecht en mooi getekend; ze stralen heel veel energie uit en laten ook het nut zien van hun bestaan. Ze voegen heel veel toe aan het verhaal en er zit ook veel humor in al die avonturen die ze samen beleven. Zo is er de kakkerlak die het hotel onveilig maakt, het vliegend hert dat yoga doet op de koepel van de basiliek van Koekelberg. En wanneer het braakliggend veldje achter hun flatgebouw dreigt verloren te gaan, is het hek van de dam. Er komt een heuse betoging – aangevoerd door Max en Dieu – want alle dieren die er tevreden leven zouden moeten opkrassen.

In dit mooie boek voor beginnende lezers komen heel veel thema's aan bod zonder zwaarwichtig te worden. Mede door de vrolijke en mooie illustraties en de lichtvoetigheid van de hoofdpersonages is het een plezier om al die bijzondere gasten te leren kennen die als ongedierte bestempeld worden. Mooi is ook de rode draad die doorheen het verhaal loopt: de zoektocht van Max naar haar afkomst. Dit is bovendien een ideaal voorleesboek en je kan er nadien samen over vertellen en leren hoe mooi onooglijke insecten en kleine diertjes kunnen zijn.