Mijn stilte

Donderdag 23 juli 1942. Ester wordt bebloed binnengebracht in het weeshuis van Dom Sierot. Haar lichaam is niet gewond. Haar ziel des te meer. Ester heeft een steen in haar keel, ze kan niet meer praten. De oude dokter vangt haar op en vertelt verhalen. Hij geeft haar een schrift en een pen. In dat schriftje schrijft ze waarover ze niet kan spreken. Het wordt haar steun en toeverlaat. Beetje bij beetje maakt ze weer contact met de realiteit. Maar in de realiteit van de broeierig hete zomer van 1942 was er geen plaats voor joodse weeskinderen en dokters van goede wil. De verschrikkelijke herinneringen van Ester zijn aangrijpend verweven in het verhaal over haar terugtocht naar de werkelijkheid. Dit web waarin verleden en heden haast geruisloos in elkaar overgaan, grijpt de lezer al van in het begin bij de keel. Hoewel het verhaal over Ester gaat, is het tezelfdertijd het verhaal van duizend anderen. Vandewijer schrijft alsof ze er zelf bij was. Trefzeker en met een krachtige soberheid ontdek je samen met Ester de oorsprong van de steen in haar keel. Deze steen vormt al snel een krop in eigen keel omdat je weet hoe het verhaal van Ester en de duizend anderen zal aflopen. Je zou het met één oog willen lezen, niet willen lezen, maar je kan niet anders dan dit dertienjarig meisje volgen. Ook al leid haar weg naar het vernietigingskamp van Treblinka. Samen met Ester, dokter Janus Korczak en talloze andere weeskinderen en helpers, maak je kennis met de overlevingsstrijd die zich in het weeshuis afspeelt. Janusz Korczak was eigenlijk een pseudoniem voor Henryk Goldszmit. Deze sociaal bewogen arts zette zich levenslang in voor weeskinderen. Hij werd al snel bekend door zijn, voor die tijd erg vernieuwende, pedagogische aanpak. In het weeshuis Dom Sierot richtte hij een soort kinderrepubliek op, met een eigen parlement, gerechtshof en een krant. De kinderen die bij hem kwamen, hadden have en goed verloren. Doordat ze specifieke taken kregen, verworven ze een nieuwe plek in de besloten samenleving. De aantekeningen in het schriftje van Ester en in de dagboeken van de dokter, Janusz Korczak, vormden de basis van 'Mijn stilte'. Korzczak maakte destijds met zijn verhalen hemelstof voor de zielen van de ontredderde kinderen die in zijn omgeving opnieuw mens werden. Verhalen zoals dit van Ina Vandewijer maken opnieuw stil. Ze halen de geschiedenis van onder het stof, omdat nooit mag vergeten worden waartoe haat en uitsluiting leiden. Maar, dit verhaal gaat over meer dan gruwel alleen. Het gaat ook over de onwaarschijnlijke moed en de liefde waartoe Janusz Korczak, 192 weeskinderen en twaalf medewerkers in staat waren. Het is een niet mis te begrijpen boodschap van verdraagzaamheid en hoop. Een absolute aanrader!