Nat

Nat woont met z'n vader, die een viswinkel heeft, aan de kust. Ze gaan niet op vakantie want met al die toeristen kan de viswinkel beter open blijven. Nat houdt niet van onrecht. Hij komt daarom op voor Chila, een zwart meisje, als zij in het zwembad wordt gepest. Ze worden vrienden en Chila helpt hem op zijn beurt bij het zoeken naar z'n verdwenen moeder. Ze vinden haar niet en Nat is heel verdrietig. Maar zijn opa heeft foto's en een brief die zijn moeder kort na haar verdwijning naar opa heeft gestuurd. Opa mocht ze maar geven wanneer Nat zestien werd of als hij er naar vroeg. Nat is een jongen vol fantasie die zelf schatten begraaft om ze later met Chila op te graven. Hoewel het een verhaal is dat gaat over Nats verdwenen moeder, bevat het ook veel humor: opa met zijn glazen oog, Tommie die de hele dag voor het raam ligt als een goudvis in een kom, Chila die wil gaan zonnen. Het einde van het verhaal is ontroerend: Nat voelt nu zelf aan dat zijn moeder het niet aankon en hen daarom verlaten heeft. Ze was zelf nog net een kind. Maar hij vindt dat zijn vader het best goed doet, alleen. De eerste verliefdheid van Nat wordt mooi beschreven: Nat krijgt een briefje met "ik ben op je" en schrijft terug "ik ook op jou" ... dus het is aan! "Wat moet ik nu doen? Als ze maar niet wil dat ik haar ga zoenen!" Het is een vlot lezend boek vol emoties die op een herkenbare wijze zijn beschreven voor de jonge lezer. En je kan genieten van de mooie beschrijvingen: "haar huid heeft de kleur van pure chocolade en haar ogen lijken op hazelnoten".