Op een morgen stond ze daar

Er staat een vreemd meisje op het schoolplein. Ze is wit als melk en ze ruikt naar appels. Ze gedraagt zich vreemd en dat intrigeert Tumtum. Ze noemt zichzelf “Extra” en wanneer Tumtum meer over haar probeert te weten te komen, ontdekt hij dat ze over bijzondere gaven beschikt. Terwijl hij haar bespiedt loopt hij ernstige verwondingen op, maar als Extra hem bij een volgende ontmoeting aanraakt, is zijn lichaam plotseling helemaal hersteld. Het baby'tje van hun juf is zo ernstig ziek dat de artsen alle hoop op genezing opgeven. Tumtum probeert Extra te overhalen om het babytje te redden. Dit vergt van Extra al haar krachten. Tumtum voelt dat Extra eindelijk haar geheim zal prijsgeven. Plots ziet hij een schaduw langs hem heen strijken. Hij richt zijn blik naar de hemel. Zij is het: een engel...
Het verhaal is mooi geschreven. Als lezer kan je je goed inleven in de personages; je voelt erg goed de continue spanning aan. Het boek heeft een drive die je meesleept tot het einde. Je verwacht een spannende ontknoping na die lang uitgesponnen aanloop in het verhaal en de grote geheimzinnigheid die rond het personage van Extra wordt opgebouwd. Daarom is de ontgoocheling bij de ontknoping zo groot: in een paar zinnen wordt beschreven hoe Tumtum opkijkt naar een opstijgende engel en dit was het dan. Dit flauwe en abrupte einde staat in schril contrast met de spannende vertelstijl en de erg lange aanloop. Jammer!