Opa vlucht

Dit boek leest supervlot, zit boordevol absurde fantasie, is avontuurlijk en razend spannend. Voor het eerst leren we in een boek van Walliams ook wat over onze geschiedenis. Het boek zal zowel scoren bij jongens als meisjes van ongeveer acht à negen jaar.
Het boek gaat over Jack en zijn opa. Ooit was zijn opa een gevechtspiloot in de Tweede Wereldoorlog. Nu is zijn opa vooral een oude man, die aan geheugenverlies lijdt. Hierdoor denkt hij nog steeds dat het oorlog is en dat hij een gevreesd gevechtspiloot is die strijdt voor zijn vaderland. Jack beseft dat als hij voor zijn opa wil zorgen, hij zal moeten meegaan in deze fantasie. Maar de volwassenen willen zijn opa, nadat hij op de kerk is geklommen, in een bejaardentehuis plaatsen. Jack merkt al snel dat er in dit bejaardentehuis iets niet in de haak is. De verpleegsters houden de bejaarden gewoon in slaap. Zelfs tijdens het bezoekkwartiertje slapen de bejaarden en worden ze door de verpleegsters als een marionet bediend. Jacks opa heeft dit ook door en weigert zijn slaappillen te nemen. Hij verstopt ze in zijn snor. Jack en zijn opa verzinnen een ontsnappingsplan en een plan om de bende die het rusthuis runt en testamenten vervalst op te rollen.
Dit is allemaal superspannend, maar zeker niet het enige avontuur dat Jack en zijn opa in dit boek beleven. Hoewel het boek grappig blijft, is dit boek toch eerder geschikt voor kinderen die van actie houden. De schrijfstijl van de vorige boeken van Walliams blijft echter behouden. Typografisch is dit boek erg schreeuwerig, wat voor veel kinderen juist een trigger zal zijn om verder te lezen. Ook de mooie tekeningen van Tony Ross zorgen ervoor dat dit boek lezen vooruit gaat.