Oscar Cook

Opmerkelijke gebeurtenissen

In dit vierde Oscar Cook-verhaal nodigt de auteur haar fans uit om opnieuw op avontuur te trekken met Oscar en Stiene, twee tieners waarmee lezers in de eerdere delen kennis konden maken. Oscar leeft nog altijd in het Kraaiennest, een bejaardentehuis waar zijn vader directeur is en waar een aantal zonderlinge bejaarden voor de nodige animo zorgen. Oscar blijft worstelen met de onduidelijke omstandigheden waarin zijn moeder is overleden, en nu zijn vader toenadering zoekt tot de kokkin van het tehuis, voelt hij zich eenzamer dan ooit. Gelukkig is er Stiene, een leeftijdsgenoot tot wie hij zich sterk aangetrokken voelt. Wanneer Stiene een stel oude munten vindt die haar moeder samen met een boodschap achterliet, besluit het tweetal op zoek te gaan naar de betekenis van deze munten. Ze hopen te achterhalen wat er met haar moeder is gebeurd. Daarbij worden ze op weg geholpen door Otto en Karel, twee bewoners van het tehuis die met metafysische krachten weten om te gaan. Vanaf dat moment neemt het verhaal een magische wending. Nadat ze een van de munten in een put gooiden, verdwijnen Oscar en Stiene in de tijd en belanden ze in het Salem van de zeventiende eeuw. Hier passen beide tieners zich razendsnel aan aan het leven in deze Engelse kolonie in Noord-Amerika. Dankzij hun bovennatuurlijke krachten, komen ze in contact met gelijkgestemde zielen en ontmoeten ze er de mensothecaris, de eerste mensachtige op aarde. Hij is de behoeder van de mensotheek: die plek verzamelt de verhalen van elke mens die ooit heeft geleefd. Elk mensenkind komt er voor z'n geboorte één boek lenen en op die manier garanderen de verhalen onbewust de verbondenheid tussen mensen onderling en tussen verleden en heden. Hij zou een antwoord kunnen bieden aan Stienes vragen.

Maar dat antwoord krijg je slechts gedeeltelijk: het lijkt alsof de auteur dit verhaal gebruikt als een aanloop naar het volgende deel. Hier volgen ongeloofwaardige omstandigheden, waarin Oscar en Stiene altijd weer aan gevaarlijke situaties weten ontsnappen, elkaar in een snel tempo op. Beschrijvingen en vlakke dialogen wisselen elkaar af en de diverse verhaallijnen lijken elkaar nergens te raken. De auteur gebruikt ook vaak vreemd gevormde zinnen: "Hij strooit verzen uit de bijbel als zout in de zee" (pag. 78), of: "Er volgt een zucht die een volledig graanveld zou kunnen doen deinen." (pag. 257).

Op een van de belangrijke momenten in het verhaal maakt Oscar de volgende overweging: "Als altijd lukt het haar om met de snelheid van een opgefokte scooter een bocht te nemen. Ik volg haar sowieso, op een fiets met vierkante wielen deze keer." (pag. 251) Deze zin sluit naar mijn aanvoelen mooi aan bij het gevoel dat je als lezer bijblijft.