Paultje en het paarse krijtje

De kleuter Paultje maakt een wandelingetje voor het slapengaan. Met in z’n hand een paars krijtje. Zo stapt hij het grote niets in en creëert zijn eigen wereld onderweg: een maan, een weg om op te wandelen, een boom, een draak, een boot, een picknick. En wanneer hij moe wordt: zijn kamerraam, zijn bed, en tot slot een dekentje om over zijn oren te trekken. Na meer dan 50 jaar heeft dit boekje nog niets van zijn charme verloren. De kleuter Paultje is aandoenlijk met zijn verbaasde blik op de wereld die hij zelf schept. De heerlijke eenvoud van de illustraties die uit zijn krijtje rollen, is puur genieten. En het verhaal is natuurlijk schitterend op zich, een ode aan de fantasie. Die soms haar eigen leven gaat leiden: wanneer Paultje bang wordt van zijn eigen draak, begint zijn hand met het paarse krijtje te beven, zo hard dat het krijtje golfjes maakt, en Paultje kopje onder gaat in de oceaan. Het einde is om te zoenen: Paultje heeft al een hele stad getekend, op zoek naar zijn kamerraam, wanneer hem invalt dat de maan altijd door zijn raam schijnt. En dus tekent hij zijn eigen raam rond de maan, en tovert daarmee zijn kamer tevoorschijn. De taal van Annie M.G. Schmidt is precies wat je bij een dergelijk boekje nodig hebt.