Pompeji de bedolven stad

In achttien korte hoofdstukken herbeleven we de geschiedenis van Pompeji. Voorin vinden we een kaartje, een tijdstabel en een inhoudstafel. Midden achtste eeuw v.C. werden de eerste primitieve woningen en werkplaatsen gebouwd. Rond 100 v.C. is Pompeji voor sommige inwoners een luxueuze stad. De Romeinse kolonie wordt in 62 na C. verwoest door een hevige aardbeving. In 79 n.C. barst de Vesuvius uit en wordt de stad met de omgeving bedolven onder een aslaag. Wie het overleeft, vlucht naar elders. Toevallig stoten herders in latere eeuwen op de resten van de verdwenen stad. In de loop van de achttiende eeuw gaan schatgravers aan het werk. Pas na de eenmaking van Italië in de negentiende eeuw vinden wetenschappelijke opgravingen plaats onder leiding van de archeoloog Fiorelli. Massa’s toeristen bezoeken dagelijks de ruïnes. Met de opbrengst kan de conservatie van de site worden bekostigd. Net zoals ‘Beijing’ is ‘Pompeji’ een rijk geïllustreerd boek met achterin een woordenlijst en een register. Alle termen worden duidelijk uitgelegd. Het dagelijks leven in de woningen wordt door plattegronden en dwarsdoorsneden verhelderd. Foutjes: pedagogus (i.p.v. paedagogus) op p. 15; het atrium is geen betegelde binnenplaats, maar de centrale ruimte (p. 14).