Wiebe en Flanel spelen buiten en zien plots een echt ridderpaard. Flanel begint al hardop te dromen over haar ridder. Dat vindt Wiebe niet zo fijn want hij wil dat Flanel voor altijd bij hem blijft. Dus raapt Wiebe al zijn moed bijeen en klimt met Flanel op het paard. Wiebe wil laten zien dat hij even dapper en sterk is als een ridder. Maar waar brengt het paard hen naartoe? Naar een geheime gang van een kasteel. Het belooft een spannend avontuur te worden!
Het verhaal vertelt kinderen iets over bang zijn, maar ook over dapper zijn. Het decor waarin het verhaal zich afspeelt heeft veel weg van een  sprookjesbos: ridders, jonkvrouwen, een kasteelheer, een draak (?), een geheime gang, ... En uiteraard loopt het goed af.
De illustraties vind ik erg warm van kleur. De pagina’s ademen spanning en gezelligheid tegelijkertijd uit. Met andere woorden: de kleuter kan een spannend avontuur beleven in een veilige omgeving. Niet echt een meerwaarde, maar wel plezierig zijn de ‘halve bladzijden’ in het boek. Je draait een stukje om en het decor ziet er op slag anders uit.
Een mooi prentenboek voor moedige kleuters.