Scharreltje

Als de jaarmarkt afgelopen is, vindt Luuk een achtergebleven biggetje onder een appeldoos. Ze neemt het stiekem mee naar huis. Wanneer haar papa Peer hen samen in een slaapzak in de schuur aantreft, moet Scharreltje naar de kinderboerderij. Ze heeft het daar best naar haar zin bij het dikke Vietnamese varken. Van de verzorger Klaas verneemt Luuk dat Scharreltje echt van geluk mag spreken want dat ze anders in een klein hok in een reuzenbedrijf zou opgefokt worden tot ze dik en groot genoeg zou zijn om geslacht te worden. Vanaf dan krijgt het onschuldige verhaal van een dolgelukkig kind met haar bijzonder knuffeldier een milieubewuste wending. Klaas vertelt haar alles over de varkens, hoe intelligent ze wel zijn, dat de mens deze dieren stigmatiseert als vies en stinkend, terwijl het heel nette dieren zijn die hun behoefte altijd in een vast hoekje van de stal doen. Luuk wil er wat aan doen en ze geeft een groot feest op de kinderboerderij om het probleem van de vetmestvarkens in de kijker te plaatsen en ja, er komt een heus artikel in de krant. Op school voelt iedereen met haar mee, maar Luuk gaat verder en samen met Peer gaat ze vegetarisch koken. Het thema van biologisch vlees en vegetariërs wordt een onderwerp van gesprek op school. Toch blijft het boek de jonge lezer boeien want al die kwesties worden sterk vanuit het voelen en denken van kleine Luuk beschreven. Haar sterke persoontje en haar aparte kijk op het gebeuren zorgen vaak voor grappige wendingen. Het verhaal is niet zwaar op de hand want er wordt op humoristische wijze ook veel gerelativeerd. Als Luuk haar papa betrapt met een heerlijke lookworst, kan ze toch begrip voor hem opbrengen na de eerste ontgoocheling. Ze vindt vegetariër zijn toch wel lastig: vlees kan ook zo lekker smaken. Aldus nuanceert de schrijfster de verschillende standpunten waarbij alle beweegredenen van vegetariërs (zoals ook het grootschalig vetmesten) redelijk en begrijpelijk overkomen. Haar taal en de suggesties die de kinderen aanbrengen zitten als gegoten op de denk- en gevoelswereld van een acht- à negenjarige. Een aanrader, niet alleen voor zelfstandige jonge lezers, maar een heel mooi en bruikbaar voorleesboek om op een plezierige ontspannende wijze met de kinderen deze thema’s te bespreken. Het is een boekje om van te genieten door de luchtige vrolijkheid en het eindigt snoezig met Scharreltje omringd door wel zes biggetjes.