Slangeneiland

Jonas woont in Frankrijk. Zijn ouders werken er voor madame, die een beetje verderop in een kasteel woont. Madame is niet zo tuk op kinderen, en al helemaal niet op hun loslopende hond Ami. Tijdens de zomervakantie komt Josje, zijn beste vriendin en vroegere buurmeisje uit Nederland bij hen logeren. Bij haar op het vliegtuig zit Anne-Sophie met haar cello. Anne-Sophie gaat bij haar tante logeren in het kasteel en zal zich deze zomer voorbereiden op een cellowedstrijd. Ze mag van haar tante absoluut geen contact hebben met die, in haar ogen, onbeschaafde kinderen. Josje ontdekt een briefje in haar broekzak waarop een boodschap in geheimschrift staat. Ze is geïntrigeerd door het meisje met haar cello maar Jonas wil vooral spelen. De kinderen ontvangen nog een boodschap in geheimschrift en slagen er uiteindelijk in deze te ontcijferen. Anne-Sophie wil helemaal niet deelnemen aan die wedstrijd en zou liefst gewoon met de anderen meespelen. Ze spreken stiekem met elkaar af en helpen Anne-Sophie ontsnappen. Ze brengen haar onder op het Slangeneiland, een klein eiland in een meertje waar de kinderen een kamp hebben gebouwd. Madame is in alle staten door de verdwijning en wanneer de politie de vader van Jonas verdenkt, dreigt alles uit de hand te lopen … Een gezellig avonturenboek om tijdens de lange zomermaanden in pure vakantiestemming te lezen. Het verhaal wordt in de derde persoon verteld en wordt afgewisseld met korte fragmenten in de ik-vorm uit het vakantieschriftje van Josje. Deze stukjes brengen vaart in het verhaal en vormen een aangename afwisseling. De personages zijn vrij stereotiep uitgewerkt maar wel erg herkenbaar neergezet: de norse, gefrustreerde tante, de avontuurlijke Jonas en Josje, de zachte en gevoelige Anne-Sophie, de verstrooide vader van Jonas, de alles organiserende moeder, de ondernemende tweelingbroertjes van Jonas, …