Spekkie en Sproet. Spion uit de lucht

Spekkie en Sproet zijn vrienden en beleefden al eerder avonturen samen. Spekkie heet eigenlijk Marloes maar heeft haar bijnaam te danken aan het feit dat ze zo graag spekjes eet. En Sproet, die staat vol sproetjes in zijn gezicht. Samen doen ze niets liever dan speurneuzen. Er doet zich al vlug de gelegenheid voor om een nieuw onderzoek te starten: in de buurt van Sproets huis wordt er ingebroken. Plots is iedereen verdacht: een jongen die oefent met een drone, een busje van een schoorsteenveger en een man met een donkere zonnebril en verrekijker. Spekkie is er zeker van dat de jongen met de drone mogelijke inbraakplaatsen filmt, dat de man met de zonnebril verder uitzoekt of de mensen thuis zijn en dat de chauffeur van het busje de inbreker is. Spekkie schrijft alles goed op in haar notitieboekje en probeert zelfs de hond van de buren op te leiden als speurhond. Van Nelson, de neef van Spekkie en politieagent, krijgen ze veel uitleg over hoe inbrekers te werk gaan, wat hen heel wat vooruit helpt in hun onderzoek. Ze bedenken een gewaagd plan: de iPad van Sproets vader wordt als lokaas gebruikt en wordt goed zichtbaar achter een open raam gelegd. Maar of dat wel zo een goed idee is ...
De boeken van Spekkie en Sproet verkopen goed en dat is niet verwonderlijk. Ze zijn altijd vlotjes te lezen en bieden een spannend verhaal met twee duidelijke personages. Het woordgebruik is aangepast aan de leeftijd van het lezerspubliek en de vrolijke illustraties zetten het verhaal kracht bij.