Sproet, de stoutste pony van de stal

een koffer vol leesplezier

Dit aantrekkelijke koffertje bevat vier boekjes waarin de avonturen van de stoutste pony van de stal worden beschreven. De harde kaften zien er ongeveer hetzelfde uit; een witte achtergrond met bovenaan een titel in de kleur die overeenkomt met de rug van het boek. Onder de sobere maar kleurrijke illustratie staat naast de namen van de auteur en illustrator duidelijk vermeld welk deel het is. Dat is belangrijk want de delen volgen op elkaar. De rug van elk boek kreeg een verschillende kleur en bevat opnieuw de nodige informatie. Dat lijken kleine details maar deze doordacht verzorgde uitwerking draagt ertoe bij dat jonge lezers snel hun weg te vinden in deze kleine reeks. Een reeks die zich richt tot beginnende lezers (AVI M4 tot E4) en die hen meteen het gevoel geeft als volwaardige lezers beschouwd te worden. In het eerste deel maak je kennis met Anne. Ze is dol op paarden maar mag geen rijlessen nemen van haar moeder. Toch brengt ze veel tijd door op de manege. Ze heeft er vriendinnen, kijkt er naar de lessen en mag er meehelpen met het verzorgen van de paarden. Zo ziet ze de eerste dag een nieuwe pony, Sproet, toekomen. Iedereen wil graag op hem rijden maar daar denkt Sproet anders over en al snel gooit hij zijn berijdster van zijn rug. Als inleiding wordt er hier een realistische en voor wie met maneges, kinderen en paarden vertrouwd is, herkenbare omgeving geschetst. Het tweede deel beschrijft hoe Anne langzaam het vertrouwen van de pony wint. Dat doet ze door eerst zelf lezend op zoek te gaan naar de manier waarop paarden onderling leven en hoe ze reageren op de lichaamstaal van mensen. In het derde deel lijken de toch wel snelle vorderingen van Annes aanpak minder efficiënt als gedacht. Nu Sproet wat rustiger is geworden, wordt hij weer ingezet in de les. Maar het klikt niet tussen de nieuwe berijdster en de pony. Hij begrijpt niet wat ze wil, gooit haar in het zand en zet het op een lopen. De eigenaar vraagt zich af of hij de pony wel kan houden. Maar gelukkig kan Anne, als bij toeval, in het vierde deel laten zien wat zij en Sproet al die tijd samen hebben geleerd. Sproet mag blijven en Anne mag op rijles. Vanaf het tweede deel verweeft de auteur een aantal details in het verhaal, die sterk aanleunen bij de dromen die paardenmeisjes hebben maar in realiteit moeilijk te verwezenlijken zijn. Maar dat stoort niet. Doorheen deze vier op elkaar volgende delen wist ze een mooi evenwicht te bewaren tussen wensdroom en werkelijkheid, spanning en een realiteit waarin vooral respect voor een paard herkenbaar aanwezig is. Aansluitend zit er in het koffertje ook een vijfde boekje met slappe kaft. Het is een werkboekje met opdrachten die de lezer/paardenliefhebber uitnodigen om zijn of haar kennis aan te tonen en uit te breiden. Het verhaal is geschreven in korte zinnen, die bestaan uit voornamelijk één- en tweelettergrepige woorden. Ze beslaan niet meer dan twee regels en beginnen altijd op een nieuwe regel. De duidelijke, enigszins groot gedrukte, tekst wordt afgewisseld met ingekleurde zwierige pentekeningen aangevuld met collages. Vooral het alom aanwezige blauwe vogeltje weet de gevoelens van de paarden en personages nog een extra dimensie te geven. Zeer doordachte vormgeving en onderbouwde inhoud maken samen van dit koffertje een meer dan aantrekkelijk geheel waarin menig jong paardenmeisje dromend kan weglezen.