Superoma, superopa!

voorlees- en doeboek

Bij het lezen van 'Superoma, superopa!' begon als vanzelf een oud liedje door mijn hoofd te spelen. “Ik ga zo graag naar mijn bompapa. Bompapa doet alsof hij niet ziet, wat mijn papa mij altijd verbiedt …” Het vertelde over de bijzondere rol van grootouders, net zoals je die terugvindt in dit boek. Oma’s en opa’s gaan met je naar het park, ze verzinnen spelletjes, geven je allerlei lekkers, en laten je gezellig lang opblijven. Ze hebben zoveel tijd, allemaal en alleen voor jou. Bovendien zitten ze vol verhalen. Superoma, Superopa! speelt hier allemaal mooi op in. De ene oma legt een stamboom uit, de andere verbaast haar kleinzoon door haar energie (‘Oma’s moeten toch oud zijn.’). Opa haalt een foto boven van toen oma nog jong was, lang voordat ze hem en haar kleinzoon niet meer kon herkennen. Elk thema in dit boek geeft een aanzet om te praten over dingen die kinderen bezighouden, gevolgd door een doe-opdracht. Het leuke daaraan is dat het de verhalen plots heel concreet maakt: hé, ik heb ook een familiestamboom. Taart bakken? Helemaal niet zo moeilijk. Het opzet van het boek is zonder twijfel geslaagd en de afwisseling van de verhalen houdt het geheel boeiend. Toch had dit idee meer potentieel. De teksten zijn zelden van een hoog niveau. Liedjes en gedichten die tussendoor de bladspiegel vullen, lijken snel bedacht te zijn of zitten in het keurslijf van een rijmschema vast. Maar het zijn bovenal de illustraties die hun kans gemist hebben: weinig tot de verbeelding sprekende figuren in allerminst aantrekkelijke kleuren. Met de nodige aandacht voor afwerking had dit een topper kunnen zijn.