Teckel Teun zoekt het hogerop

Teckel Teun vindt zichzelf veel te klein en daar heeft hij een probleem mee. Alles is hoog, hij ziet niets en hij kan nergens bij. Dromerig kijkt hij naar de mooie landschappen op de tv-schermen in de etalage. Dat is wat hij in het echt wel eens zou willen zien. Hij wil uitzicht. Nadat zijn vriendinnetje Emma hem voorstelt om naar de hoge brug in de stad te gaan, begint hij eigengereid aan de tocht. Op de paginagrote bladzijden kan de lezer/kijker de tocht vanuit het perspectief van het kleine hondje volgen. Hoge gebouwen, immense vergezichten en voor een klein hondje overweldigende plekken in de stad wisselen elkaar af. Op de marktplaats komt hij een moeder tegen met een jongetje dat net als hij te klein is om alles te kunnen zien. De woorden van de moeder: "Wacht maar, over een tijdje als je wat groter bent, kun je net zolang kijken als je wilt," stellen hem gerust. Volmaakt tevreden besluit hij ’s avonds thuis dat klein zijn toch niet zo’n groot probleem blijkt te zijn. "Gewoon rustig afwachten tot ik groter ben,” besluit Teun.
De wijze waarop de teckel beschreven wordt en de details in het verhaal hebben iets onwerkelijks en soms vergezocht. Maar de illustraties die bestaan uit ingekleurde pentekeningen herinneren aan de lieflijke sfeer van ‘De kleine ijsbeer’ waarmee Hans de Beer bekendheid verwierf en zullen wellicht door een nieuwe generatie lezers en luisteraars geapprecieerd worden.