In transit

In het jaar 2275 is het leven in alle opzichten super georganiseerd door de 'gieren' of 'humanen'.  Zij zijn een soort artificiële mensen die gecreëerd worden volgens de noden van de volledig georganiseerde en gecontroleerde futurische samenleving. Rheyn en Levya hebben hun studies afgerond. In het volgende jaar worden ze geacht na te denken over hun toekomst, maar eerst willen ze genieten van een avontuurlijke tocht. Ze trekken naar het reservaat, een verboden gebied waarin de grauwers werden teruggedrongen. De humanen zien de grauwers als een soort apen, maar de jongens komen geleidelijk aan te weten dat zowel de humanen als de grauwers afstammen van de homo sapiens. Er heeft ooit een vreselijke oorlog plaatsgevonden waarbij bijna de hele wereldbol vernietigd werd. De nog overblevende grauwers werden in een reservaat gestopt, terwijl de humanen de wereld verder georganiseerd hebben. De humanen willen nu de grauwers vernietigen.
Rheyn en Levya ontmoeten in het reservaat Aag en het trio weet te ontsnappen. Ze sluiten zich aan bij een verzetsgroep binnen de humanen die opkomt voor de grauwers. Terwijl er verschrikkelijke dingen gebeuren, verandert het beeld dat Rheyn en Levya zich gevormd hadden over de grauwers. Ze ontdekken dat in de humane wereld alles heel artifiëel is georganiseerd en onder een strenge controle plaatstgrijpt; alle mensen zijn reeds voorbestemd voor bepaalde functies. Beide jongens geraken gefascineerd door de innerlijke kracht die Aag en haar volk uitstralen.
De kern van het verhaal is de wisselwerking tussen de drie jongeren waarbij ze groeien tot een keuze voor een menselijk leven. Het verhaal leest vlot maar er wordt dermate breedvoerig over menselijkheid uitgeweid, vanuit de drie hoofdpersonen, dat het verhaal aan spanning en kracht verliest.