Trappel heeft een geheim. Hij heeft een bol kaas zien liggen boven op de kast en wil een plan bedenken om die kaas te bemachtigen. Daarbij heeft hij z'n vriend Trippel nodig. Maar Trippel is wantrouwig, want in het huis waar ze wonen, woont ook een kat. Trappel verzint allerlei manieren om de kaas te bemachtigen, maar Trippel trapt niet in de val en bedenkt zelf een beter plan.

Dit boek is duidelijk bedoeld voor het plezier van al de tongtwisters die je in de tekst terugvindt. ("Trippel trappelt tegen Trappel aan", "in huizen waar muizen huizen, huizen naast muizen ook katten in huizen", "Als de kat onder aan de kast op de kaas op de kast past, pak jij de kaas boven op de kast vast"). Door de vele tongtwisters raken kleuters echter de draad van het verhaal kwijt. De spreekwoorden die de auteur gebruikt zijn voor kleuters nog onbekend. Het verhaal raakt daardoor op de achtergrond. Jammer want het thema spreekt aan. Het verhaal is grappig verteld en zit boordevol humor. 

De sterktes van dit boek blijven echter de illustraties. Ze zijn zwierig, kleurrijk en nonchalant, maar prachtig om naar te kijken. Ze zijn zo mooi en duidelijk dat je de tekst niet nodig hebt. Telkens worden de namen van de muizen Trippel en Trappel respectievelijk in blauw en rood gedrukt. Die kleuren worden doorgetrokken bij het rood of blauw gestreepte truitje van de muizen. Je kan het verhaal misschien beter aan de hand van de illustraties vertellen. De nadruk ligt immers teveel op de tongtwisters.