Uit de school geklapt

‘Voor mijn ouders: het is allemaal jullie schuld.’ Dit korte zinnetje op de plaats waar normaal een dankbetuiging staat, typeert heel de sfeer van het boek. To the point, direct, bij momenten cru of grof, maar steeds eerlijk baant dit boek zich een weg door de belevenissen van het hoofdpersonage. Je moet mee zijn in diens hoofd of je raakt de draad kwijt. Een hele resem aan roepnamen, een snelle opeenvolging van gebeurtenissen maken dit boek niet tot een tussendoortje dat je even ter hand neemt om dan weer weg te leggen. Dit boek wil een verhaal brengen waarin je wordt meegezogen, het wil shockeren, het wil je laten proeven van het echte leven… door de ogen van een temperamentvolle tiener. Je krijgt geen voorgekauwd verhaaltje, geen mooie praatjes of een lieflijk personage voorgeschoteld. Zoe Trope toont de ruwe werkelijkheid, of in ieder geval haar werkelijkheid. Het boek wordt bewierookt om de openhartigheid, om de manier waarop nog niemand ooit een boek over die leeftijdscategorie schreef. Maar wat de grootste troef van dit boek naar mijn mening is, is niet datgene wat er staat, maar juist datgene wat er niet staat. Dàt is wat je naar de keel grijpt, waar je van moet slikken of wat tranen in je ogen doet opwellen. Een serie woorden naast elkaar kan goed klinken of mooi klinken, maar raken doet alleen datgene wat er achter de woorden schuilt. Trope zet niet zomaar wat woorden naast elkaar, maar weet te raken met haar zinnen en daarin schuilt de kracht van dit verhaal. Verwacht van dit boek geen mooi geheel, maar lees het om dat wat er niet staat.