Ule

Ik was veertien in 1914'

Cruyshoutem, juli 1914. Ule wordt veertien jaar en gaat als 'fille de quartier' in dienst bij de dorpsdokter. In haar vrije tijd steekt ze, samen met haar drie jongere broers, de handen uit de mouwen op de boerderij thuis. Daarnaast beleeft ze haar eerste liefde met Berten. In augustus breekt de oorlog uit en verandert alles. Berten vlucht met zijn ouders naar Frankrijk, ook de dorpsdokter vertrekt. Ules vader wordt gemobiliseerd, en uiteindelijk moeten moeder en de vier kinderen ook veiliger oorden opzoeken. Het begin van een vlucht die vier jaar zal duren. Waaruit Ule terugkeert als een volwassen vrouw, getekend door de gruwel die ze heeft gezien, de angst waarin ze heeft geleefd, de ontberingen die ze heeft gekend, en het verdriet dat haar heeft verteerd. Maar ook gesterkt door het initiatief dat ze genomen heeft en de liefde die ze heeft ervaren. De 200 km lange tocht naar huis die ze samen met haar broertjes grotendeels te voet aflegt, vanuit de kolonie in Frankrijk naar hun moeder in Watou, is een waar huzarenstukje.
Voor dit verhaal baseerde Marc de Bel zich op zijn eigen grootmoeder Eulalie Pauwels en haar herinneringen aan Wereldoorlog I. Hij maakte er een sterk boek mee, waarin je je door het ik-standpunt en de dagboekfragmenten geweldig inleeft in zijn hoofdpersonage. Waarin Ules coming of age niet anders kan dan bewondering afdwingen bij een veertienjarige vandaag. En waarin de historische context zo levensecht is beschreven, dat het ongetwijfeld een gezicht geeft aan die oorlog die al honderd jaar geleden is.