Vroem!

Het grote autoboek van Karel

Karel is dol op auto's, van snelle racewagens en 'snelle helpers' (ziekenwagens, brandweerwagens, politiewagens) tot 'snelle werkers' (graafmachines, kraanwagens, tractoren, cementwagens). Al spelend leert Karel waarvoor al deze voertuigen dienen. Het boek is didactisch opgevat: bij duidelijke en kleurige prenten en collages staan zakelijke teksten die de kleuters kunnen stimuleren om te praten en te zoeken. Ze kunnen de prenten natekenen en naspelen wat ze op de prenten gezien hebben. Soms staat er een iets langere beschrijvende tekst en een enkele keer een aanzet tot een versje maar daar is het ritme niet vloeiend. "Kraan omhoog/ kraan omlaag/ hier is een groot werk/ vandaag." "Wat van deze dingen gebruikt de brandweerman niet bij zijn werk?" is een stroeve vraagstelling. 'Welke dingen gebruikt ...' klinkt beter. Omdat het boekje een sterk didactische toon heeft lijkt het me meer geschikt om in een kleuterklas of peutergroep te gebruiken. Vertellen bij de mooie illustraties kan ook thuis en kleuters zullen vanzelf aangetrokken worden door de kleuren.