Vuurkraal

Spanje, 1496. De zeventienjarige prinses Johanna wordt uitgehuwelijkt aan Filips de Schone, zoon van Maria van Bourgondië en Maximiliaan van Oostenrijk. Een vloot van 130 schepen vaart vanuit Noord-Spanje richting Zeeland. Ook Dolores, hofnar en hoofdpersonage uit het vorige verhaal, bevindt zich op een van de schepen. Bij een botsing nabij de kust van Engeland verdrinkt het dwergvrouwtje. Meryem, een van de vijf Moorse kamermeisjes, treurt om de dood van haar vriendinnetje. Het koninklijk gezelschap arriveert uiteindelijk in Brussel op de Coudenberg. Wanneer speellieden uit Frankrijk bij het doopfeest optreden in het paleis, besluit de zwangere Meryem samen met hen op te trekken. De vader van het kind, don Enrico (sic, moet ‘Enrique’ zijn), is intussen teruggeroepen naar Castilië.
Het grootste deel van het verhaal vertelt de avontuurlijke tocht van de speellieden door Frankrijk. Meryem sluit vriendschap met Jocinda, dochter van een zigeunerin. Jonkheer Jacques de Vernon heeft zich als sprookspreker bij de groep gevoegd. Van de Seine trekt de groep naar de Loire. Daar bevalt Meryem van een zoontje. Ze wordt gastvrij opgenomen en verzorgd in een kasteel bij Nantes.
Een langdradig verhaal in vlakke stijl met eindeloze dialogen over rondtrekkende speellieden en zigeuners, onderbroken door versjes en liedjes. De stamboom voorin over de Spaanse vorsten en het Bourgondische huis is onduidelijk. Wellicht volgt er nog een derde deel na ‘Dolores’ en ‘Vuurkraal’.