Waarom waarom

De kleine Tapir wil alles weten en hij vraagt zijn moeder de oren van het hoofd: ‘Mama, waarom is de hemel blauw? Mama, waar begint de zee? Mama, waarom heb ik een vader?’ Waarom, waarom, waarom? Maar de moeder wordt er helemaal gek van en stuurt hem naar zijn oom. Van oom Luiaard gaat het naar Tante Miereneter, die hem doorverwijst naar de kaaiman. Tapir gaat op zoek naar de kaaiman. ‘Wat eet een kaaiman als avondeten?’, vraagt hij zich af. Je raadt het zeker wel? Het verhaal is eenvoudig geïllustreerd met aquarel ingekleurde pentekeningen die vooral dieren en soms wat plantengroei voorstellen tegen een witte achtergrond. De stroef lezende tekst staat in de prenten gedrukt. Het verhaal is nogal langdradig. Tapir heeft vragen bij alles wat hij ziet, ontdekt en beleeft in zijn jonge leventje. Niemand geeft hem een antwoord en ze sturen hem allemaal wandelen. Hij krijgt er alleen maar meer vragen van en sommige kunnen niet helemaal zonder gevaar gesteld worden. Gelukkig loopt het allemaal goed af, maar het lijkt wel alsof de moraal hier is dat je niet zoveel vragen mag stellen. Dat al dat gevraag je soms helemaal gek kan maken, dat weet elke ouder wel. Maar je moet toch proberen om antwoorden te geven? Hoe kan een kind anders iets leren? Het verhaal werd in Suriname geschreven met de hulp van kinderen en is vrij verteld naar een 'Just so story' van Rudyard Kipling. Dit zijn fantasievolle verklaringen voor bepaalde fenomenen; hier dus blijkbaar hoe de olifant aan zijn slurf kwam. Want aan de hachelijke ontmoeting met de kaaiman heeft onze tapir een erg uitgerekte neus overgehouden. Op de laatste prenten ziet hij er ook helemaal als een olifantje uit. Daar zullen kleuters vast wel commentaar op geven!