Wat een lef!

Eef en mama gaan met de bus naar oom Bas. Op de bus zit Eef naast een boer met een kip. Maar op de bus zit ook een dame met een kat. De kat gaat achter de kip aan, ze wil haar opeten. Maar op de bus is er ook nog Bul, de hond; die gaat achter de kat aan. Het geeft een enorm tumult op de bus tot er een bij binnenvliegt. Zo klein als ze is, zij kan de wildebrassen temmen: de kip, de kat en de hond gaan vlug terug naar hun baasjes. Dan richt de bij zich op de passagiers. Mama wil haar doodmeppen met een boek, maar Eef heeft een betere oplossing, eentje waarvoor je lef moet hebben!
In dit boekje zit duidelijk al een heel verhaal. Maar omdat het te veel op maat van aanvankelijke lezers geschreven is, lopen de zinnen soms mank. Bijvoorbeeld: 'de dag is fijn!', 'daar is de paal.' (halte) Maar omdat het een verhaal met vaart is, gaan ook de zinnen gaandeweg beter klinken. De woorden 'dol' en 'lef' zullen wel moeten verklaard worden. En het lijkt me onwaarschijnlijk dat katten volwassen kippen aanvallen, laat staan opeten. De illustraties sluiten goed aan bij het verhaal. Een boekje op maat van het betere soort.