Wat ging ik ook alweer doen?

Opa olifant vergeet gemakkelijk wat hij wou doen. Gelukkig is daar zijn vriend Aap die hem helpt. Hoewel, vriend? Hij laat opa allerlei gekke en gevaarlijke dingen doen, van ondersteboven op een eenwieler rijden tot zwemmen met haaien in de zee. Telkens blijkt hij veel plezier te hebben, tot opa hem met zijn volle gewicht het zwijgen oplegt. Het einde lijkt gewelddadig, maar er volgt nog een geruststellend staartje dat sterk doet denken aan het slot van Wolven van Emily Gravett.

De illustraties versterken het vrolijke, schalkse karakter van het verhaal. Opa olifant wordt rond en gezellig dik afgebeeld en aap heeft de hele tijd een grijns op het gezicht. De gemengde collagetechniek met krijt, waterverf en potlood op witte achtergrond trekt alle aandacht naar de twee hoofdpersonages, al kan de aandachtige kijker ook andere gemene dieren ontdekken.

Het prentenboek kan zeker een gesprek op gang brengen over pesten en gepest worden, over iets uitlokken en betaald zetten. Als kijker en lezer of luisteraar moet je wel een keuze maken tussen sympathie voor de naïeve, lieve olifant of voor de ondeugende, pesterige aap. Eenvoudig is de humor in dit boek zeker niet. Veel jonge kinderen zullen het moeilijk hebben om het gedrag van zowel de olifant als de aap te duiden. Dat geldt al zeker voor het ‘verpletterende’ slot, al lokt dat ongetwijfeld reacties uit.