We hebben een hoed

Dit is het derde deel van de 'hoedentrilogie' van Jon Klassen. Het boek is erg minimalistisch, maar net dat maakt het zo goed. Deel een van het boek begint met een tekening van twee schildpadden en een hoed, die slechts een kwart van de eerste pagina inneemt. De rest is blanco. Op de tweede bladzijde staat exact geschreven wat er gebeurde: “We hebben een hoed gevonden. / We vonden hem samen”. De rest van dit boek blijft op dat elan verder gaan, met tekeningen die geen pagina vullen en een schrijfstijl die het tempo van het boek erg vertraagd. Voor de twee schildpadden begint de zoektocht naar een oplossing voor dit grote probleem: er is maar één hoed. De hoed staat hen immers allebei goed. Daarom moeten ze hem laten liggen. Het zou niet eerlijk zijn als een van de twee een hoed zou hebben en de andere niet. In deel twee van het boek, ‘De zon gaat onder’, blijkt het echter niet zo eenvoudig te zijn om zich aan dat besluit te houden. Hoewel ze samen kijken naar de ondergaande zon, maakt de tekening ons subtiel duidelijk dat een van de twee schildpadden de hoed maar niet uit zijn hoofd kan zetten. In deel drie ten slotte gaan de schildpadden slapen. Hoewel… eentje slaapt echt (of zegt dat toch) en droomt over een hoed voor hen allebei. De andere lijkt wel andere plannen te hebben. Rara?

Erg origineel is dat dit boek in drie delen wordt gesplitst. Dat geeft het boek een speciale dimensie. Ook het kleurgebruik (sobere tinten als bruin, beige en zwart) zorgt ervoor dat er een aparte sfeer hangt in het boek. Door de illustraties leren kinderen ook iets bij over lichaamstaal. Je moet immers goed op de tekeningen letten als je de ware intenties van de schildpadden wil doorgronden. Kortom, de zalige prenten illustreren prachtig een goed opgebouwd verhaal. Door al deze factoren is het boek zeker meer en bijzonderder dan het doorsnee prentenboek.