In dit tweede (opmerkelijk dunnere) boek dat zich afspeelt op en rond het Boterplein, staan negen verhaaltjes met als centrale thema ‘vies’. Op het Boterplein wonen Olle, Mees en Merel met hun moeder en ze hebben een heleboel buren. Zo is er de knorrige Buum en knutselaar Dook met zijn vriendinnetje Roosmarijn en natuurlijk ook Oma en het speelse hondje Wally. De verhalen zijn korte stukjes over herkenbare alledaagse dingen en ontmoetingen tussen de bewoners van het plein. Er zit vaak een humoristisch kantje of een onverwachte wending in, waardoor ze aangenaam verrassen. Weet je wat vies is? Dat is poep onder je schoen, een grote harige rups die over je hand loopt, neuspeuteren, heel veel ketchup op je vettige frietjes en nog véél meer. Door het eenvoudige taalgebruik, de korte zinnen en de beperkte lengte lezen de verhalen gemakkelijk voor. De teksten staan in twee kolommen gedrukt. Elk stukje tekst is geïllustreerd met een aantal kleurrijke prenten, waarbij je soms ook een opdrachtje vindt. De verhalen zijn herkenbaar en sluiten nauw aan bij de leefwereld van kleine kinderen. Af en toe kom je wel bij ons minder courante ‘typisch Hollandse’ zaken tegen, zoals veterdrop en dergelijke meer. Achteraan in het boek staan een heleboel thema’s opgesomd en in welk verhaaltje ze voorkomen, zoals delen, fantaseren, goedmaken, natuur, enzovoort. Een hele waslijst voor slechts negen korte verhaaltjes, maar het helpt wel als je specifiek naar iets op zoek bent. Een prima boek voor in de kleuterklas!