Wessel van Texel

Wessel van Texel was een ram, een schurk van een schaap. Hij was een beest van ram-bam-bam, een ram van recht voor zijn raap. Wessel van Texel ram-bam-banjerde, ram-bam-bulderde: ‘Opzij!’ De wereld is van Wessel. Ja, heel Texel is van mij!’
Zo wordt meteen de toon gezet in dit magnifieke prentenboek met Wessel in de hoofdrol. Wessel wil baas zijn op het eiland Texel. En dat Wessel baas wil zijn, zullen de andere dieren geweten hebben. De kippen worden van hun stok geramd, de hond uit zijn hok, de koe in de boom, …
Maar op een dag komt de ooi Blonde Bessie met een bootje aanvaren. Bessie is zo mooi en Wessel is zo van zijn melk en rolder-de-bolder-de-bolder-de bom Wessel valt van verbazing om. En valt een ram op zijn rug, dan kan hij niet meer alleen terug. Omdat de andere dieren het helemaal gehad hebben met Wessel, willen ze hem niet helpen. Bessie wil Wessel wel helpen, want ze houdt wel van een echte vent. Maar op haar eentje lukt het niet om Wessel weer op zijn poten te krijgen. De andere dieren willen enkel helpen als Wessel belooft om hen nooit of te nimmer nog te ram-bammen. En vanaf dan ram-bamt Wessel enkel Bessie nog. Maar of hij altijd wint, is een andere vraag.
Hilarische illustraties! Fantastisch getekend! Loes Riphagen staat met stip op nummer één op mijn lijstje van prentenboekenillustratoren. De vele kleine details in de wonderbaarlijk mooie tekeningen zijn meer, veel meer dan de kers op de taart. De slak op de schutbladen, de bomen met hun lange neus, de te gek getekende kippen, de uitdrukking op het gezicht van de koe, de knipogende uil, de snoeten van de dieren als Wessel op zijn rug ligt, … Als ik mijn favoriete tekening uit het boek zou moeten kiezen, ik zou het niet kunnen.
Het verhaal is met veel vaart, in rijmvorm geschreven. Het is quasi onmogelijk om de tekst rustig en kalm voor te lezen. Voor je het weet, ram-bam-buldert je stem mee met Wessel. De meeslepende vertelstijl heeft je zo te pakken. En als dit enthousiamse de voorlezer overvalt, zijn de kinderen zeker niet meer te houden.
Als ik kon, gaf ik dit boek vijf sterren!!!