Zeno alleen?

Het is 7u30. Zeno staat op en kleedt zich aan. Dat gaat allemaal erg nauwgezet en in een doordachte volgorde. Zo hoort het voor Zeno. Zeno vindt het niet fijn als er iets verandert. Hij heeft het daar moeilijk mee. Vandaag wordt het geen gemakkelijke dag voor hem: juf Saar is er vandaag niet. Juf Lies komt in haar plaats. Juf Saar weet dat het voor Zeno niet gemakkelijk zal zijn en heeft haar dagplanning doorgegeven aan juf Lies. Ook papa heeft die gekregen en samen met zijn zoon overloopt hij de hele schooldag. Als de schoolbel gaat, staat Zeno in de rij. Achter hem staat Emma en voor hem staat zijn vriend Jens. In de klas verloopt het kringgesprek wat moeilijk. Zeno vindt dat mensen zoveel verschillende dingen kunnen bedoelen met één woord. Hij doet veel liever wiskunde, dat is duidelijk: goed of fout. Tijdens de speeltijd wil Jens niet met Zeno spelen en na de speeltijd is Jens weg. Zeno blokkeert helemaal en juf Lies krijgt het behoorlijk moeilijk met hem. Eenmaal thuis geeft mama uitleg: Jens was ziek en zijn mama was hem komen ophalen. Zeno begrijpt niet dat Jens dat niet op voorhand aangekondigd had. Mama schetst de situatie met behulp van een schema. Daar wordt Zeno rustig van. Dat is duidelijk en nu weet hij precies wat er gebeurd is, hoe Jens zich voelt en wat hij zelf moet doen. De volgende dag is alles weer ‘normaal’: Jens is terug en ook juf Saar staat weer voor de klas. Zo heeft Zeno het graag. ‘Zeno alleen’ probeert aan kinderen duidelijk te maken wat autisme inhoudt. Dat kan van kind tot kind wel wat verschillen en is ook niet zo gemakkelijk te verklaren in enkele woorden en beelden. In dit boek krijg je een zicht op een alledaagse schooldag voor een autistisch kind. Je merkt al vlug dat dagdagelijkse dingen niet zo ‘gewoon’ zijn. Alles moet goed voorbereid zijn, duidelijke structuren moeten aangeboden worden en gevoelens moeten besproken worden. Niet zo eenvoudig voor de omgeving: ouders, leerkrachten, vriendjes, ... Maar vaak ook erg frustrerend voor het autistische kind. Dit boek laat een ideaal beeld zien: mama en papa die nauwgezet en heel geduldig hun kind begeleiden en opvoeden, juf Saar die alles tot in de puntjes voor Zeno voorbereidt, ... Toch zie je ook dat juf Lies hier wat faalt en dat dat dadelijk ernstige gevolgen heeft voor Zeno. De illustraties zijn in collagestijl: papier, vilt en geschilderde prenten worden gecombineerd. De figuurtjes zijn erg statisch. Er zit weinig dynamiek in de prenten en dat geeft hen nogal een kille, saaie uitstraling. Een kort voorwoord van Steven Degrieck (orthopedagoog en educatief medewerker bij Autisme Centraal) en contactgegevens van Autisme Centraal worden vooraan in het boek vermeld. Op de laatste pagina staat een extra woordje uitleg voor de lezers: nogmaals wordt uitgelegd hoe moeilijk het is voor Zeno om uit zijn omgeving af te leiden wat er van hem verwacht wordt en wat er gaat gebeuren. Dit is op kindermaat geschreven. Dit boekje is vooral bedoeld om thuis en op school met kinderen vanaf ca. zes jaar autisme te bespreken.