Als je blaft

De muren zijn precies van karton wanneer mama en papa ruzie maken. Je hoort ze roepen en brullen, het is zoals een storm die voorbij raast. Op een dag zeggen Max en Layla tegen elkaar dat het zo niet verder kan, ze willen dit niet meer en willen verhuizen. Naar Oma? Nee, ze willen bij hun ouders blijven, maar dan zonder al die ruzie. Ze maken grote borden met duidelijke teksten, het huis staat er vol van. Mama en papa schrikken zo erg dat ze besluiten de strijdbijl te begraven.

In dit verhaal zijn het de illustraties die alle gevoelens orkestreren en die de tekst verteerbaar maken. Het afgebeelde gezin is om te beginnen een hondenfamilie en dat geeft minder zwaarte aan het verhaal. De kleuren zijn soms fluorescerend en soms heel dreigend, zoals de blauwe schaduw van papa en mama op de muren die het effect heeft van een stilte voor de storm. Ze versterken de emoties rond wat er gaat komen. En zo kan je het hele boek lezen, via de sterke kleuren en de met zwier getekende figuren. Dit verhaal is duidelijk als opstap bedoeld om met kinderen over hun angsten en emoties te praten. De tekst zelf is nogal cru en laat nergens ruimte. Het einde van het verhaal is dan weer een beetje te rooskleurig want alles komt goed. Meestal eindigt het niet zo fraai voor kinderen die tussen ruziemakende volwassenen moeten leven. Achteraan het boek wordt een lijst met adressen aangeboden waar opvoeders en begeleiders terecht kunnen voor hulp. Er is ook een samenwerking met het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling. Een zeer bruikbaar prentenboek voor alle mensen die met deze problematiek te maken hebben.