Altijd heb ik wat te vieren

Heeft de auteur zijn titel ironisch bedoeld? Vermoedelijk wel. In ieder geval valt er weinig te vieren in deze overwegend sombere dichtbundel. Ook in het titelgedicht wordt de zin meteen ontkracht: "Altijd heb ik wat te vieren. Elke dag maak ik me mooi. Mijn verdriet, dat zit vanbinnen: Stille Sneeuwpop wacht op dooi." (p. 6) De gedichten zijn thematisch samengebracht: over feest, natuurgevoelens, liefde, dieren, familie, en fantasie. Het hoofdstuk over familie springt er in alle opzichten uit. Hier slaagt Sollie er best in een scala aan gevoelens op te roepen, tegelijk zeer zuinig omspringend met woorden. Van eenzelfde niveau is Koest, waarin alleen al de laatste vier lijnen voor zich spreken qua krachtige soberheid: "De boom, het touw. Hoe hij daar stond. En elke dag opnieuw, de ogen van haar hond." (p. 22) De illustraties, van de auteur zelf, zijn iel, fragiel, vaak simpel, maar altijd geslaagd.