Avi 8 kanjer

Gerard Tonen schreef twee verhalen, op AVI-8-niveau, voor kinderen die van langere verhalen houden. Het eerste verhaal, ‘Mijn opa, de vogelman’, gaat over Ebbe en zijn bijzondere opa. Ebbe komt vaak bij zijn grootouders, maar sinds zijn opa met pensioen is, botert het niet al te best meer tussen oma en opa. Op een dag gaat opa apart wonen, in een huisje midden in het bos. Opa is een vogelliefhebber en voor hem bestaat er dan ook geen betere plek om te wonen. Ebbe komt er vaak en graag; opa is zijn beste vriend. Maar opa doet graag gekke dingen en schopt graag tegen het systeem. Op een dag haalt hij Ebbe van school met zijn brommertje om samen met een tentje naar zee te trekken. Hij doet dit met de beste bedoelingen maar Ebbes moeder en grootmoeder vinden hem onverantwoordelijk en willen niet dat hij nog contact heeft met Ebbe. En op een dag is opa’s huisje in het bos leeg. Hij is een vogel geworden, schrijft hij later. Hij woont nu in Frankrijk en werkt met roofvogels. Pas als opa op zijn sterfbed ligt, ziet Ebbe hem terug. ‘Mijn opa, de vogelman’ is een bijzonder ontroerend verhaal over de bijzondere relatie van een grootvader en zijn kleinzoon. Een verhaal over regels en rebellie, verantwoordelijkheid en het gebrek eraan. Maar vooral een verhaal over vriendschap en liefde. Er is ook aandacht voor de complexiteit van deze gevoelens. Ebbes moeder houdt veel van haar vader maar ze is ook boos op hem en hoewel Ebbes grootouders gescheiden leven, blijft hun emotionele band sterk. Mooi in zijn eenvoud! Het tweede verhaal ‘Mijn vader is een sukkel’ gaat over de tienjarige Anne en haar onhandige vader Mik. Mik kan geen week een job houden, zit de hele dag op Zijn Stoel, mat een gitaar op schoot liedjes te maken. Op een dag is Annes moeder het beu en Mik gaat apart wonen. Afgezien van Annes bezoek heeft hij niets meer dat hem overeind houdt en hij verlangt naar Engeland, zijn thuisland. Wanneer Anne haar vader daar komt bezoeken, wordt ze afgehaald in een witte limousine. Mik is een beroemde zanger geworden en wordt op handen gedragen door het Engelse volk. Zijn liedjes worden bekend tot in Nederland en zelfs Annes moeder geeft toe dat hij geweldig is! In tegenstelling tot het eerste verhaal, mist dit verhaal tragiek en geloofwaardigheid. Annes vader is een volstrekt ongeloofwaardig karakter. Om een voorbeeld te geven: op je eentje een speurtocht organiseren voor 120 kinderen in een reusachtig bos, welke vader zou zoiets doen? En vooral, welke ouder laat zijn kind meegaan? Ook de overgang van de sukkelachtige Mik naar de superster ‘Mik Jekker’ gebeurt erg bruusk en onrealistisch. Anne zelf en de moeder zijn weinig uitgewerkte, vlakke karakters. Gerard Tonen schrijft zelf op zijn website (www.gerardtonen.nl) dat het karakter ‘Mik’ voor een groot deel hijzelf is en ook een vriend van hem. Jammer dat dat autobiografische materiaal zo onrealistisch en ongenuanceerd verwerkt is in het verhaal.